Billenschuiven

Jonge kinderen kunnen op verschillende manieren tot voortbewegen komen. Bekende manieren van verplaatsen zijn :  tijgeren en kruipen. Maar er zijn ook kinderen die rollen of zich op hun rug schuivend of op hun billen schuivend voortbewegen. Daarnaast zijn er  kinderen die alles overslaan en direct gaan staan en lopen. 

De manier  van voortbewegen is van veel factoren afhankelijk. Vaak herkennen  ouders de manier van verplaatsen omdat zij dat zelf ook zo hebben gedaan of een kind in de familie. Erfelijke aanleg speelt een rol bij de billenschuivers. Daarnaast spelen ook andere lichaamsfactoren een grote rol. Denk bijvoorbeeld aan een groot en zwaar hoofd, deze kinderen  liggen niet graag op hun buik en kiezen er dan ook niet voor om zich vanuit buiklig voort te bewegen. Omgevingsfactoren in combinatie met manieren om het kind te hanteren spelen ook een rol. Denk aan kinderen die veel op hun rug onder een babygym liggen, in een maxi cosi zitten of veel en vroeg tot zit worden getrokken  bij het verschonen of verkleden. De kinderen worden aan hun beide armen tegelijkertijd opgetrokken tot zit en daardoor raken ze niet gewend om zelf de beweging in te zetten  met rotatie en met steun van 1 arm of hand om  zelfstandig tot zit te komen. Zelfs het rollen en het naar buiklig toegaan kan vervelend zijn. Als de onderlaag glad is kan een kind makkelijk tijgeren maar kost het meer moeite om te kruipen door het gebrek aan weerstand en houvast om de knieën goed onder de heupen te houden.

Er zijn billenschuivers die als variantie  moeten worden gezien op het normale voortbewegen. Er zijn kinderen die dat op beide billen tegelijkertijd doen, ook zijn er sommige die dat op 1 bil doen al dan niet met steun van een hand. 8-10% van de kinderen schuiven op hun billen, vaker zie je dat meisjes dan jongens doen. In hun motorische ontwikkeling zie je vaak dat ze een hekel hebben aan het liggen op hun buik en niet willen rollen van rug naar buik. Ze willen wel graag opgetrokken worden tot zit en blijven zitten, zelfstandig tot zit komt later. Zij gaan billenschuiven ipv kruipen. Ook komen zij later tot stand en lopen  ( gemiddelde leeftijd 16/17-24 maanden). Het is bekend dat kinderen die vroeg zijn gestart met schuiven ook eerder tot lopen komen (16-17 mnd). dan de kinderen die pas met 12-13 mnd tot schuiven komen. Deze gaan pas tussen de 20-24 maanden lopen. Opvallend is het gedrag van deze kinderen er is vaak verzet tegen het liggen op de buik en het kind wil opgetrokken worden tot zit, zonder gebruik te maken van rotaties. Het kind kan emotioneel heftig reageren, heeft vaste (hanterings)gewoontes. het kan erg opeisend zijn en aangeleerd hulpeloos.

De andere groep van billenschuivers doet dit omdat ze er een reden voor hebben die ligt in een afwijking in hun lichaam. Dit kan bijvoorbeeld komen doordat ze zeer mobiele gewrichten hebben en een lage spierspanning. Voor die kinderen is het moeilijker om zich tegen de zwaartekracht te kunnen oprichten. Ook bij kinderen met reuma zie je in een periode van pijnlijke gewrichten dat ze kiezen voor het billenschuiven. Spastische kinderen verplaatsen zich ook vaak op hun billen  en hebben daarnaast een voorkeur voor W-zit ( het zitten tussen de beide onderbenen in). Deze houding vraagt minder van hun evenwicht -en opvangreacties.

Als kinderfysiotherapeuten zijn we gespecialiseerd in het onderzoeken en begeleiden van de motorische ontwikkeling. Voor we starten met de behandeling beginnen we met een vraaggesprek waarmee we een beeld willen vormen  waarom uw kind zich anders verplaatst. Daarna gaan we samen met u kijken wat uw kind kan en  hoe uw kind zich verplaatst en waar hij/zij  moeite mee heeft. Daarnaast onderzoeken we de beweeglijkheid van de gewrichten en de spierspanning en reflexen. Hieruit volgt een  behandelplan waarin  we adviezen geven over hoe we uw kind  kunnen begeleiden, welke oefeningen u kunt doen en waar u op kunt letten.

Motorische mijlpalen bij idiopathische billenschuivers uitgedrukt in maanden
Gemiddelde leeftijd Wanneer kan 99% het
Zitten (zonder steun) 8,5 14,0
Billenschuiven 11,0 18,0
Staan (tot stand komen met behulp van meubilair) 13,5 21,5
Lopen (zelfstandig minstens 10 stappen lopen) 16,0 25,0